-
1 gather
n. bijeenkomst; vouw (in kleding)--------v. verzamelen; verzamelen; binnenhalen; krijgen; samentrekken; opmaken; oogstengather1[ gæðə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————gather23 toenemen ⇒ (aan)groeien, stijgen5 plooien, rimpelen♦voorbeelden:gather round someone/something • zich rond iemand/iets scharenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 benaming voor〉 verzamelen ⇒ samenbrengen, bijeenroepen; op(een)hopen, op(een)stapelen; vergaren, inzamelen; plukken, oogsten; oprapen4 opmaken ⇒ afleiden, concluderen5 opsommen♦voorbeelden:gather wood • hout sprokkelengather in • binnenhalen, oogsten; opstrijkengather together • verzamelen, bijeenroepengather up • oprapen, bij elkaar nemen, optrekken 〈 benen〉; opsteken 〈 haar〉; verzamelen 〈 gedachten〉gather oneself up/together • zich oprichten/vermannengather oneself for something • zich voor iets gereed maken4 he's gone to work, I gather • hij is naar z'n werk, begrijp ikgather from • afleiden/opmaken uitI gather that • ik krijg de indruk dat -
2 rally
n. verzameling, hergroepering (v. troepen, enz.); bijeenkomst; opleving, herstel; serie slagen/klappen (tennis, boksen); rally, sterrit (sport)--------v. zich verzamelen; verzamelen; bijkomen; bijeenkomenrally1[ rælie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: rallies〉————————rally2〈 rallied〉1 bijeenkomen ⇒ zich verzamelen/hergroeperen4 (zich) herstellen ⇒ opleven, weer bijkomen♦voorbeelden:rally round the flag • zich om de vlag scharenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verzamelen ⇒ ordenen, herenigen2 bijeenbrengen ⇒ verenigen, op de been brengen♦voorbeelden: -
3 muster
n. appel; inspectie; (laten)verzamelen; namenlijst (bij leger); bijeen roepen--------v. zich verzamelen, bijeenkomen; verzamelen, bijeenroepenmuster1♦voorbeelden:————————muster2♦voorbeelden:muster out • afzwaaienII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 collect
adj. telefoongesprek waarbij degene naar wie wordt getelefoneerd het gesprek betaalt--------n. een kort gebed--------v. collecteren; verzamelen; ophalen, afhalencollect1♦voorbeelden:call me collect • bel me maar op mijn kosten————————collect21 zich verzamelen ⇒ zich ophopen, samenkomenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 innen ⇒ incasseren, collecteren♦voorbeelden:collect oneself • zijn zelfbeheersing terugkrijgen -
5 assemble
-
6 congregate
v. samenkomen, bijeenkomen (van mensen)[ konggrigeet]1 samenkomen/stromen ⇒ zich verzamelen, bijeenkomenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 samen/bijeenbrengen ⇒ verzamelen, bijeendrijven -
7 mass
n. katholieke gebedsdienstenmass1[ mæs] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 massa ⇒ hoop, menigte♦voorbeelden:in the mass • in massa/totaala mass of • één en althe masses • de massa3 High/Low mass • hoogmis/stille missay mass • de mis lezen————————mass2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:mass troops • troepen concentreren -
8 back up
n. steun, bijsteunen,beschermen--------v. steunenback upII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (onder)steunen ⇒ staan achter, bijstaan -
9 flock
n. troep, zwerm, kudde; menigte schare--------v. vormen van een groep, samen komen; het vormen van een zwerm, zwermenflock1[ flok]1 bosje ⇒ vlokje, pluisjeIII 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉1 troep ⇒ zwerm, kudde♦voorbeelden:————————flock21 bijeenkomen ⇒ zich verzamelen, samenstromen♦voorbeelden:flock in • toestromenflock together • bijeenkomenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
10 forgather
v. vergaderen; samenkomen; omgang hebben (met)forgather, foregather[ fo:gæðə]1 bijeenkomen ⇒ samenkomen, (zich) verzamelen -
11 rendezvous
n. rendezvous, afspraak; verzamelplaats, (plaats van) samenkomst--------v. ontmoetenrendezvous1[ rondivvoe:, -dee-] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: rendezvous [-voe:z]〉————————rendezvous21 samenkomen ⇒ zich verzamelen, afspreken -
12 summon up
summon up♦voorbeelden:summon up all one's strength (for) • al zijn krachten verzamelen (voor/om) -
13 mobilization system
mobilisatiesysteem (systeem dat zich bezig houdt met mobilisatie van nieuwe soldaten of reservesoldaten; systeem dat zich bezig houdt met het verzamelen van middelen (zoals gelden, fondsen) -
14 convene
v. bijeenkomen; verzamelen[ kənvie:n]1 bijeen/samenkomen ⇒ (zich) vergaderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bijeen/samenroepen ⇒ convoceren2 (voor het gerecht) dagen ⇒ dagvaarden, oproepen -
15 converge
v. bijeenkomen; verzamelen[ kənvə:dzj]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 naar één punt leiden ⇒ doen convergeren/samenkomen -
16 Philatelic Service
de filatelistendienst (lichaam dat zich bezig houdt met ruilen en verzamelen van postzegels) -
17 crumb tray
kruimelblad (een speciale plank voor het snijden van brood de broodkruimels verzamelen zich in een doos onder de plank) -
18 mustering station
n. verzamelpunt op een schip waar de passagiers en de bemanning zich moeten verzamelen in geval van nood -
19 reserve vehicle unit
eenheid van reserveauto´s (eenheid die zich bezig houdt met verzamelen van privéauto´s met militaire doeleinden)
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский